Ja, regelmatig…. dagelijks eigenlijk.
Gisteren nog kreeg ik de wind van voren omdat ik een design-wasmand (die in de plaats was gekomen van een super-degelijke Brabantia-wasmand) niet vast kon pakken, zonder dit drie dagen te voelen.
Dan wordt er gezegd: ‘Waar een wil is, is een weg…’; alsof ik dat niet weet…!
Soms wordt er niets gezegd, maar kun je op de gezichten al aflezen dat ze het wel weer een beetje zat zijn als je opnoemt welke gewrichten er allemaal pijn doen. Ik heb de vervelende gewoonte om eerlijk te zeggen hoe het gaat, als men daarnaar vraagt.
Dit geldt niet voor iedereen, maar veel mensen kletsen er gewoon overheen, zonder ook maar één reactie te geven.
Soms zou ik willen dat ik een gipsen been had, dan was het tenminste duidelijk.
Mensen die op ski-vakantie geweest zijn, krijgen veel meer aandacht dan ik hulp van anderen krijg om mijn werk makkelijker te maken.
Let wel, dit is géén klaagzang, al lijkt het wel zo. Hoe meer werk er blijft liggen, des te minder ik hoef te zitten, iets dat wederom pijn oplevert.
Het gaat enkel om het onbegrip. Er wordt nooit gezegd dat je ‘niets’ mankeert, maar het is af en toe van de gezichten af te lezen.
Zeker als je een uur later wél van alles kunt doen. Ik kan zo nog wel even doorgaan. Zinloze moeite…