De gele weg

Met Pasen was ik met mijn gezin bij mijn ouders in Frankrijk.

Tijdens een uitstapje zaten de kinderen wat te ruziën op de achterbank. We reden ondertussen over een idyllische gele kalkstenen weg die voor ons uit golfde midden tussen de groene landerijen en bossen.

Om ze af te leiden, vroeg ik de kinderen wat ze zouden wensen als we bij de tovenaar van Oz zouden komen aan het eind van het gele pad. Mijn oudste dochter wist het wel; “Eerst vijf wensen, daarna veel geld. Nou ja, doe maar de armoede de wereld uit en veel geld voor mezelf bedacht ze. En vrede op de wereld.” “Heel veel snoep zou ook nog wel lekker zijn,” bedacht de jongste “en doe ook maar geen oorlog meer.”

“Een groot huis.”

“Water voor iedereen op de hele wereld.”

“Heel veel kleren.”

“Scholen voor alle kinderen.”

“Eten voor iedereen.”

“Medicijnen voor iedereen.”

Vol verbazing hoorde ik het aan en raakte een tikkeltje geïrriteerd omdat geen van twee op het idee kwam nog een beetje gezondheid voor mij te wensen. Aan de andere kant, als “reumamoeder” vraag ik me vaak af hoeveel last mijn kinderen hebben van mijn ziekte.

Snauw ik niet te vaak als ik pijn heb? Lig ik niet te vaak in bed als ik moe ben? Hebben ze last van mijn rolstoel?

Wanneer ze na twintig wensen er nog niet op komen om wat gezondheid voor mama te wensen is het blijkbaar geen issue voor ze en doe ik het dus zo slecht nog niet als “reumamoeder”. Een gevoel van tevredenheid komt over me heen. Sofie, Mila, wie wenst er een ijsje?