Onbegrip leidt tot meer pijnklachten bij reuma
Reumapatiënten die in hun omgeving meer onbegrip ervaren, geven vaker aan meer last te hebben van pijn, fysieke beperkingen en somberheid. Daarmee is onbegrip volgens psychologe Marianne Kool een onderbelicht en zorgwekkend probleem bij patiënten met reumatische aandoeningen. Kool promoveert 9 maart aan de Universiteit Utrecht.
Reuma wordt gekenmerkt door pijn, vermoeidheid en bijkomende fysieke beperkingen door ontstekingen en afname van kraakbeen. Daarnaast blijken veel patiënten met reuma ook tegen onbegrip aan te lopen.
Kool: ‘Pijn en vermoeidheid zijn onzichtbare symptomen. Door die onzichtbaarheid kan de omgeving niet goed inschatten hoeveel last iemand heeft. Hoe minder zichtbaar de symptomen en de oorzaak van de aandoening is, hoe meer onbegrip dit lijkt op te roepen.’
Kool schrijft dat patiënten met reuma vooral onbegrip ervaren van maatschappelijke instanties, collega’s op het werk en familie. Dat onbegrip uit zich op vele manieren. Sommigen vinden bijvoorbeeld dat een patiënt zich aanstelt. Anderen betuttelen de patiënt of geven ongevraagd advies zoals ‘je moet er gewoon mee leren leven’ of ‘als je niet beweegt dan heb je geen last van de reuma’.
Onbegrip is dus meer dan alleen maar het uitblijven van steunende en begripvolle reacties. Het gaat ook om negatieve reacties, zoals afwijzen en niet erkennen van de ernst of het bemoederen van de patiënt. Onbegrip van de partner, artsen en andere werkers in de gezondheidszorg komt minder voor.
De patiënten die meer onbegrip ervaren, geven aan meer last te hebben van pijn, fysieke beperkingen en somberheid. Kool: ‘Mogelijk bemoeilijkt onbegrip een goede omgang met de ziekte.’ Deze patiënten trekken zich eerder terug, voelen zich eenzamer en hebben minder vertrouwen in de omgeving.
Het is daarom belangrijk dat mensen in de omgeving begrip en steun tonen. ‘Een open, meelevende en behulpzame houding van de omgeving kan de patiënt net dat steuntje in de rug geven om te blijven werken, sociale activiteiten te ondernemen en thuis het huishouden draaiende te houden.’
Bron: UU